In Portugal kent men zo'n kleine 300 inheemse druivenrassen die zich goed hebben aan weten te passen aan de plaatselijke omstandigheden. Door innovaties in de wijnkelder en in de wijngaarden is de kwaliteit van Portugese wijnen de laatste jaren enorm toegenomen. Eén van die 300 druivenrassen is castelão.
Herkomst castelão
Castelão is een kruising tussen cayetana blanca en alfrocheiro en staat op meerdere plaatsen in Portugal aangeplant. Vooral op Península de Setúbal is het een populaire druif, ondanks dat het verbouwen ervan nog weleens problemen geeft vanwege gevoeligheid voor ziekten zoals coulure. De beste resultaten worden geboekt in droge en warme gebieden. Wijnen van castelão kunnen mits ze goed gemaakt zijn lang bewaard worden.
Geur en smaak castelão
Wijnen van castelão zijn vaak gestructureerde wijnen met veel tannine en zuurgraad, en fruit aroma's die doen denken rode besjes, gekonfijte pruimen en blauwe bessen. Indien mooi opgevoed op houten vaten ook chocolade, vanille en een vleugje drop. Castelão heeft een donkerrode kleur en geeft 'vlezige' wijnen die soms een beetje op cabernet sauvignon lijken.