Bastardo is een van de minder bekende druivenrassen in de wijnwereld, maar heeft toch een interessante geschiedenis en kenmerken die het waard zijn om te verkennen.
Oorsprong en geschiedenis van de bastardo druif
De bastardo druif, ook bekend als trousseau, is een blauw druivenras dat voornamelijk wordt geteeld in de regio Jura, in Oost-Frankrijk. Het is een van de oudste druivenrasen van Frankrijk en wordt al sinds de middeleeuwen geteeld. Tegenwoordig wordt de druif ook geteeld in andere landen, waaronder Portugal, Spanje en Argentinië. In het Werkhovin assortiment hebben wij van deze druif alleen wijnen uit de Portugese regio Douro.
In de Douro is het een van de aangewezen druiven om Port van de te produceren. Quinta Santa Eufemia gebruikt de druif echter ook in de productie van stille rode wijn.
Kenmerken van de bastardo druif
De bastardo druif is een blauwe druif die van nature een lage opbrengst heeft en laat rijpt. De druiven zijn klein en hebben een dikke schil, waardoor ze bestand zijn tegen ziekten en plagen. De druif is gevoelig voor vorst en groeit het beste in een koel klimaat, wat de reden is waarom het zo populair is in de Jura-regio. De druif heeft een hoge zuurgraad en kan bij de productie van wijnen een lichtroze tot dieprode kleur produceren, afhankelijk van de rijpheid van de druiven en de methode van wijnbereiding.