Carmenère een oud druivenras dat vooral voorkwam in Bergerac. Tegenwoordig is het de nationale druif van Chili, waar wijnmakers er mooie drinkbare wijnen van maken. Het zijn ronde wijnen met veel rood en zwart fruit, kruidigheid en donkere chocolade.
Herkomst carmenère
Carmenère is een oud druivenras dat zijn oorsprong vindt in Bergerac, in de streek Dordogne. Sinds het einde van 18e eeuw wordt de druif hier gevonden. Onderzoek heeft aangetoond dat de carmenère druif familie is van merlot. De twee tonen sterke overeenkomsten en zijn lastig uit elkaar te houden. Carmenère kwam veel voor in de Médoc, maar door de komst van schade die de druifluis aanrichtte en de problemen die de druif geeft tijdens het groeiseizoen heeft het voor gezorgd dat het aandeel sterk terug is gebracht. Goeie wijnen van carmenère komen vooral uit Chili, gevolgd door Argentinië en Australië.
Carmenère is een laat rijpend ras wat gevoelig is voor ziekten die in de wijngaarden voorkomen. De druif wordt veel gebruikt om te blenden met andere blauwe druiven zoals cabernet sauvignon, merlot en cabernet franc en syrah.
Kleur van carmenère
De kleur van carmenère is diep donker paarsrood van kleur.
Geur en smaak van carmenère
Veel voorkomende aroma’s in carmenère zijn zwart fruit, donkere chocolade, koffie, kruiden, laurier, leer, truffel, zoethout en aardse geuren. De smaak is vooral fruitig soms met een vleugje groene paprika en koffie. Carmenère is soepel en niet al te tannineus met een fijne zuurgraad.
Wijn en Spijs met carmenère
Door slanke, ronde stijl van de wijn combineert deze goed met lichtere vleesgerechten van de grill, zoals lamsboutje.