Herkomst van colombard
Oorspronkelijk is colombard een oud wit druivenras uit de Charente, waar hij wordt gebruikt voor de productie van armagnac. Ook is de druif toegestaan voor de productie van cognac. Colombard werd rond 1700 voor het eerst genoemd in La Rochelle en werd enige tijd verward met een ander wit druivenras genaamd semillon.
Dit witte druivenras zien we tegenwoordig uitsluitend in het zuid-westen van Frankrijk. Buiten Europa staat er wat aanplant in onder andere Australië en Zuid-Afrika.
We kennen deze druif ook wel onder de naam colombier.
Met name in de jaren '70 van de vorige eeuw waren wijnen van deze druif populair, maar hieraan kwam in de jaren '80 een eind. De aanplant werd teruggebracht tot minder dan helft van de originele aanplant van zo'n 12 hectare. Tegenwoordig neemt de vraag weer toe en worden er gemakkelijk drinkbare, fruitige wijnen van gemaakt die vaak ook niet al te prijzig zijn.
Kenmerken van colombard
De bessen van deze productieve druif zijn middelgroot en groeien aan compacte trossen. De kleur is witgoud. De druiven rijpen vroeg en zijn gevoelig voor vorst en ziekten.
Wijn van colombard is fruitig en aangenaam om te drinken, waardoor witte wijnen uit de Gascogne populair zijn.